Er is mij gevraagd een stukje te schrijven voor deze blog.
Gelijk met de vraag kwam de gedachte mee: “Dit is niets voor mij, ik kan niet schrijven”. En direct hoor ik mezelf hardop antwoord geven op die vraag: “Okay, ik schrijf een stukje voor de blog in mei.”
Vooralsnog schuif ik de vraag voor mij uit, ik heb immers nog voldoende tijd. Intussen komt er een idee op om iets te schrijven wat ik meemaak en tegenkom in het mediteren. Een stem die met regelmaat langskomt en mij bekend in de oren klinkt zegt: “Het lukt mij niet, ik ben niet goed in schrijven. Ik kan altijd nog nee zeggen.” Onderliggende angst voor falen, angst om afgekeurd te worden, afgewezen te worden speelt op de achtergrond. En verlangen om iets “goeds” te schrijven.
Het is inmiddels april en de tijd gaat dringen. Ik doe pogingen iets op papier te zetten en voel de druk en de stress die ermee gepaard gaan toenemen, wat zich vooral laat zien als fysieke pijn, als een brandend gevoel tussen mijn schouderbladen. Het gevoel wat meekomt is machteloosheid, me onzeker voelen en angst. Met de neiging de telefoon te pakken en te melden dat ik afzie van het schrijven van een stukje.
Allerlei scenario’s die zich afspelen in mijn mind over ‘wat als er geen stukje komt dan….’ Oftewel een papieren tijger die ik steeds meer ga zien en herkennen. En erkennen dat er alleen maar gedachten zijn over toekomst. Verhalen ingegeven door angst die iedere keer weer opnieuw een wereld scheppen.
Of je het goed wil doen in de ogen van anderen, zoals bij perfectionisme, of bang bent om af te gaan in de ogen van anderen, zoals bij faalangst. Je bent dan vooral bezig met wat de buitenwereld van je denkt. Bij beiden is schaamte dan de belangrijkste drijfveer.
Op een ochtend op het moment dat ik ontwaak laat angst zich duidelijk begroeten; ze is er even en gaat weer. Er komt opluchting, ruimte en vertrouwen mee. Het vraagt overgave aan het proces in plaats van controle dit proces te kunnen sturen. Dit is wat er nu is – ik hoef niet anders of beters…. Ik kan gedachten niet sturen, controleren, ik ben niet de baas over dit proces. Slechts aanwezig zijn en aandacht geeft het zien van de verandering. Die stroom van indrukken, de stroom van gedachten, dit bepaal ik niet. Dit is wat ik ervaar. Het schrijven van dit stukje is een oefening om angst in de ogen te kijken en een stap in het onbekende te maken. Het geeft ruimte voor verandering in plaats van te doen waar ik bekend mee ben. Ik herinner mij een uitspraak van Dogen (Japanse leraar):
“Het boeddhisme bestuderen is het zelf bestuderen.
Het zelf bestuderen is het zelf vergeten.“